Beleidsmakers in de zorg, benut de kennis van je collega’s!

Claudia Verbeeck, 9 april 2021

De kennis en ervaringen van collega’s in de directe zorg zijn onmisbaar om tot goed beleid te komen. Zij weten als geen ander hoe beleid in de praktijk uitpakt. Wat wel werkt en wat niet. En vooral: wat het betekent in de levens van cliënten. Helaas valt het voor beleidsmakers en managers niet mee om die kennis en ervaringen van hun collega’s boven tafel te krijgen. In het ergste geval werken ‘zij van het hoofdkantoor’ en ‘zij van de werkvloer’ zelfs langs elkaar heen. Hoe komt dat? En belangrijker nog: wat kun je eraan doen? Drie tips.

1. Kom vaker bij elkaar over de (werk)vloer

Medewerkers in het primaire proces ervaren vaak afstand of drempels als het om beleid gaat. Dat is niet zo vreemd. Het is niet hun wereld, niet hun taal. Bovendien is er vaak ook letterlijk afstand tussen de werkplekken van beleidsmakers en zorgverleners. Daarom: zorg dat je als beleidsmaker zichtbaar bent voor de teams. Laat je zien. Daar waar het gebeurt. En protip: doe dan niet je managers- of mantelpakkie aan. Want ook dat schept onbedoeld afstand.

2. Erken de drempels – en neem ze weg

Uit onderzoek blijkt dat zorgverleners zich niet zo gemakkelijk uitspreken. Onderling misschien wel, maar niet tegenover hun leidinggevenden of collega’s van het hoofdkantoor. Zij zijn vooral bezig met hun cliënten en patiënten – de rest is bijzaak. Wil je tóch horen hoe zij over beleid denken? Ga dan naar ze toe (zie tip 1), neem echt de tijd om hen te horen (en zorg dat zij daar ook tijd voor hebben), spreek hun taal én laat zien wat je met hun input doet.

3. Heb oog voor elkaars belangen

Iedereen die werkt bij een zorgorganisatie heeft hetzelfde doel: zo goed mogelijke zorg voor de cliënt. Toch spelen er verschillende belangen. Het helpt als collega’s elkaars belang kennen. Collega’s in de directe zorg, die snappen wat de functie is van administratie of teamplannen, begrijpen beter waarom hun collega’s van het hoofdkantoor daar zo op hameren. Andersom geldt dat – als het je lukt om samen passend beleid te ontwikkelen – medewerkers zich ondersteund voelen door hun organisatie. Zodat zij op hun beurt cliënten beter kunnen ondersteunen. Zo werk je niet langer langs elkaar heen – maar met elkaar aan je gezamenlijke doel!